Gebruik deze middelen als een indicatie en blijf met elkaar in overleg.

• Op aanwijzing van de ouders, docent, expert.
• Volgens een protocol Digitale checklist hoogbegaafdenwijzer basisonderwijs van het SLO
  Digitaal Handelingsprotocol Hoogbegaafdheid (DHH)
  MHR-Surplus
  SiDi3
• Schoolprestaties
• Prestatietests (bijv Cito)
• Intelligentietest (IQ vanaf 130 is hoogbegaafd)
  Let op, bij onderpresteren zijn de uitslagen lastiger te interpreteren.
  Let op, intelligentie is niet het enige meetpunt voor hoogbegaafdheid.
  De IQ-test onderscheidt niet: andere vormen van intelligentie (sportiviteit bijvoorbeeld), creativiteit, snelheid van denken, andere denkwijze, concentratievermogen, kiezen van de juiste denkstrategie, emotionele/ sociale/ praktische intelligentie, vermogen om te leren.
• Creativiteitstests
• Onderpresteren; discrepantie tussen IQ en prestaties, let vooral ook op de prestaties in de vrije tijd.
• Schommelende prestaties (hoog is geen toeval)
• Analyse van verzameld werk
• Anderen noemen dit kind hoogbegaafd (mede leerlingen, ouders, docenten)
• Het kind geeft zelf aan dat het slimmer is dan zijn medeklasgenoten (vanaf ongeveer 09 jaar)
• Observaties en gesprekken.
• Ze zijn snel in hun denken.
• Ze lopen voor op hun leeftijdsgenootjes in bijvoorbeeld kennis, taalvaardigheid, inzichten.
• Ze zijn erg leergierig (vaak aangezien voor nieuwsgierigheid of bemoeienis).
• Ze zijn onhandig met leeftijdgenoten, sociaal aansluiten is lastig voor ze.

(gebaseerd op Hoogbegaafdheid Realiseren 2014 InHolland)